Al sinds 1990 loopt in Nederland het Dagvlindermonitoringproject. De laatste jaren worden op meer dan 200 plaatsen iedere week van april tot oktober de dagvlinders op vaste routes geteld. Hierdoor kunnen voor veel soorten betrouwbare indexen berekend worden en kunnen we dus zeggen of soorten vooruit- of achteruitgaan. De soorten van de Rode Lijst, waarvoor vanuit beleid en beheer steeds meer aandacht is, vormen echter een probleem. Om een goede index te kunnen berekenen moeten er per soort telgegevens van 15 a 20 locaties zijn. Veel Rode Lijstsoorten worden nog niet op zoveel plaatsen geteld.