Halverwege de vorige eeuw nog stonden de Kempen te boek als een relatief arm, slecht toegankelijk en soms gevaarlijk gebied. De hooggelegen arme zandgronden waren alleen bruikbaar als landbouwgrond bij uitvoerige bemesting met heideplaggen, terwijl de lager gelegen beekdalen verraderlijke moerassen bevatten. De geschiedenis van de Kempen verhaalt van wolvenjacht, koperteuten, valkenvangers, beestensnijders en veesmokkel.