Wanneer ik aan De Vlinderstichting denk, denk ik allereerst aan de vele medewerkers die in de loop van de 25 jaar hun bijdrage voor de bescherming van vlinders en libellen hebben geleverd. De vele honderden vrijwilligers in het veld en de tientallen mensen op het kantoor. Zonder hun enthousiasme, gedrevenheid en vakkennis zou de vlinders en libellen niet zo'n aandacht hebben gekregen. En uiteraard denk ik terug aan de beginjaren en het Vlinderjaar 1989, waarbij vooral vrijwilligers waren betrokken. Het hele land doorreizen om natuurliefhebbers te overtuigen om mee te doen aan de eerste atlas, veldwerk verrichten, hokken vullen maar ook het uitdragen van de boodschap. Uitleggen dat vlinders insecten zijn, dat rupsen ook bij vlinders horen, dat het slecht gaat met de vlinders in Nederland en dat zij belangrijke graadmeters zijn voor de kwaliteit van natuur en landschap. Medewerkers sjeesden het hele land door voor het verzorgen van cursussen en lezingen voor de meest uiteenlopende groepen. Geen vlinder minder! dat was de boodschap en hoe dat moest daar was natuurlijk een duidelijk antwoord op. Vijftien jaar later kwamen daar de libellen bij. Opnieuw een groep, jonge, enthousiaste vakmensen.