Het is een voorjaar of twintig geleden, die keer dat ik met een wandelvriend voor een paar dagen naar de Ardennen trok. Alles wees er op dat het een geslaagde tocht zou worden. Het regende niet en het toentertijd door veelvuldige stakingen geteisterde Belgische spoorwezen functioneerde nu toevallig wel. We boemelden naar een stationnetje en begonnen onze voetreis langs zo'n troosteloos stuk spoorbaan, waar de zuiderburen het alleenrecht op lijken te hebben. Er kwam geen trein meer voorbij, we liepen langs vervallen relicten van vroegere industriële bedrijvigheid en de verwilderde vlinderstruiken in de berm leken van een treurvariant te zijn. Een landschap vol vergankelijkheid en Belgisch verdriet. Maar na een uurtje sjouwen zag ik bij een paar fruitbomen een heuse grote vos fladderen. Mijn eerste. En tot nog toe ook de enige.