2012 was niet een van de beste vlinderjaren. In het vorige nummer had ik het over weinig vlinders, waarop veel werd gereageerd door mensen die nèt op dat moment veel vlinders in de tuin hadden. De citroenvlinder, atalanta en kleine vos bijvoorbeeld vertoonden een mooie piek deze zomer en werden zeer veel gezien. De nazomer was bijzonder goed voor de atalanta en de kleine vuurvlinder. Het meetnetartikel in deze vlinders geeft meer inzichten over het verloop van dit jaar. Door het weer bleven heel spectaculaire ontdekkingen een beetje uit. Hoewel het staartblauwtje vorig jaar zijn intrede deed, was het wachten op de eerste meldingen. Ondanks voortplanting op verschillende plekken werd de soort pas laat gemeld. Slechts twee Zuid-Limburgse waarnemingen gingen vooraf (25 juli en 29 augustus) aan de ontdekking van meer vlinders bij Landgraaf, waar veel mensen zijn gaan kijken. De iepenpage werd op een nieuwe locatie in Heerlen gevonden. Ook het kaasjeskruiddikkopje houdt stand in Limburg en lijkt zich te stabiliseren. Bijzonder was de vondst van een bleek blauwtje bij Maastricht, waarvan in dezelfde week ook twee meldingen uit Belgisch Limburg werden gedaan.