De ratel-pnpulier (Populus tremula), zoo genoemd naar zijn steeds, bij den allerminsten wind, ratelend geluid, veroorzaakt door de grootte van het blad in verhouding tot den zeer dunnen, voor elke draaijing ligt vatbaren bladsteel, is in onze bosschen, op zandgrond, zeer algemeen. Het is de Espe der Duitschers. Masius herinnert, in zijne Naturstudiën, Leipzig 1858, p. 26, aan de volgende legende, die omtrent dezen boom bestaat: Toen de Heer nog op aarde omwandelde, zoo verhaalt de Sage, bogen zich alle boomen voor Hem neder; alleen de ratelpopel niet. Daarom werd deze met eeuwige onrust gestraft, zoodat hij bij elken ademtogt des winds schrikt en siddert, even als de Jood Ahasuerus, die nooit kan rusten. De afstammelingen van dezen zoo hoogmoedigen boom zijn door de geheele wereld verstrooid, een vreesachtig geslacht, altoos bevend en fluisterend in de overigens zoo rustige wouden.