De Agronomische Zeitung berigt in het nommer van den 9den Junij 1.1. het volgende aangaande een door de hevigheid harer uitwerkselen zeer opmerkelijke windhoos. „ Uit Opalnice in Posen ontvangen wij het volgende berigt: Den 31sten Mei, toen de lucht na een hevig onweder reeds scheen op te helderen, ontstond op eens een opmerkenswaardige stilte en daarna zag men bliksemstraal op bliksemstraal, maar zonder donder te hooren. Plotseling steeg een zwart gevaarte in de gedaante van eenen grooten kegel in het zuiden hoog op. Elk geloofde, dat het een halve mijl verwijderde Poolsche dorp Buttken in brand stond en liep naar buiten om daar heen te zien. Evenals bij het uitbreken van eenen grooten brand toch zag men tallooze zwarte met een witten rand omgeven rookwolkjes opstijgen. Het gevaarte bewoog zich met een vreemdsoortig geraas in eene rigting tegen die der wolken aan het luchtruim in; een windmolen in de nabijheid werd daardoor omgeworpen. Groote stukken van dit gebouw werden in de hoogte opgevoerd, doch vielen spoedig weer neder en even zoo struiken, boomen, takken en zand bij bet voorttrekken van don dwarlenden kegel over’t bosch. Deze veranderde zich daarop eerst in eenen staanden cylinder en vervolgens weder in een kegel, maar nu omgekeerd, zoodat zijn grondvlak naar de wolken was gerigt, terwijl de spits de aarde raakte. In den beginne bleef de as van dezen kegel loodregt, terwijl de massa zich horizontaal voortbewoog on waar hij met zijne spits boomen aanraakte, werden deze als door vuur gezengd. Langzamerhand werd de kegel schuiner en langer, de spits dunner en ligter en ten laatste werd deze zoo dun als een draad, die zich als de lange staart eener slang achter het hoofddeel aan bewoog. Tot aan de uiterste punt kon men de steeds langzamer wordende draaijende beweging bemerken. Te Umieczijn bij Czechanow in Polen heeft deze hoos al het water uit een grooten vijver opgezogen, 7 boerenwoningen totaal vernield en 7 personen gedood. Den 3den Julij werden nog 12 menschen vermist, 17 zijn er zwaar gewond. Een der gedooden werd met zulk een kracht tegen een paal geslingerd, dat hij midden doorscheurde. Een vader vlugtte met zijn kind, dat hij op den arm droeg, de vader ontkwam met een gebroken arm, maar het kind werd hoog opgeslingerd en is nog niet weer gevonden. De grondbezitter ZMIJWSKI uit Strzelno werd met het paard, dat hij bereed, hoog opgeheven en een groot eindweegs medegevoerd, een vreeselijke luchtreis in gezelschap van balken, sparren, stroo, daken, huisraad en lijken, waarvan hij naauwelijks het leven afbragt.”