De Perseïden in 1904. — De Heer W. F. Denning, die meer dan eenig ander zich bezig houdt met een gezette waarneming der zoogenaamd „vallende” sterren, geeft: La Nature, August 25, pag. 416, verslag van hetgeen hij ditmaal heeft gezien en vernomen van den sterrenregen, die, naar zijn uitgangspunt aan den hemel, die der Perseïden heet. Deze regen heeft dit jaar geen schitterend schouwspel opgeleverd; inderdaad schijnt het aantal meteoren beneden het gemiddelde te zijn geweest. Toch leverde maanlicht geen beletsel en waren de nachten, juist toen het er het meest op aan kwam, zeer helder.