De verlichte hemel in de eerste nachten van Juli l.l. — Dit verschijnsel, waaromtrent wij in de laatste aflevering iets meêdeelden, wordt door prof. MAX WOLFF besproken in de Astronomische Nachrichten van 1 Augustus, p. 297. In den nacht van 1 Juli was prof. W. niet in staat zijn voornemen, een gedeelte van den hemel te photographeeren, te volvoeren, omdat de hemel toen veel te sterk verlicht was en in het noorden alleen zeer heldere sterren — als α en β van de Groote Beer, — met het bloote oog zichtbaar waren. Ook hij was in den beginne van meening dat men hier te doen had raet een prachtig Noorderlicht; maar aangezien het hem niet gelukte het spectrum van dat licht te zien en hij ook volstrekt geene fluctuaties in het licht opmerkte, kwam hij tot het, besluit, dat men hier te doen had met de verlichting door de zon van in buitengewoon hoog gelegen lagen van den dampkring aanwezige cirrus-wolken. V. D. V. De parallaxia van 61 Cygni. — De heer ABETTI heeft, aan het observatorium te Heidelberg, met den meridiaancirkel de parallaxis van de bekende dubbelster 61 Cygni opnieuw bepaald. Het voorloopig resultaat, dat hij hoeft verkregen, is iets lager dan het algemeen aangenomene, te weten 0 ’24 + 0”05 voor de eene en 0”22 + 0”05 voor de andere ster. ( Astron. Nachr., No. 4270.) V. D. V.