Koolstof is bekend in drie van elkander zeer verschilende vormen en wel als een amorph, onsmeltbaar, onoplosbaar lichaam, dat achterblijft bij droge destillatie van organische stoffen, ten tweede als graphiet en ten laatste als diamant. Dat deze drie vormen inderdaad niet anders dan koolstof zijn of, juister en scheikundiger uitgedrukt, dat zij de drie allotropische toestanden van één element uitmaken, kan hieruit bewezen worden, dat alle bij verbranding in zuurstof hetzelfde product, namelijk koolzuur opleveren. Opmerking verdient het dat uit 12 deelen kool, graphiet of diamant juist 44 deelen koolzuur ontstaan. Hoewel ’t echter bekend is, dat de heldere diamant eigenlijk hetzelfde is als de vettig aanvoelende, zwarte graphiet, weet men nog volstrekt niet, hoe de eene vorm in den anderen overgaat en welke omstandigheden voor dien overgang vereischt worden.