Onder Plantlore verstaan we de studie der plantennamen in haar verband met het volksleven. De namen, die in Nederland in gebruik zijn, zullen weldra ter kennis van velen worden gebracht n.l. in het »Woordenboek van Nederlandsche plantennamen«. Daarin komen zooveel echt teekenende namen voor, dat men onwillekeurig den lust in zich voelt opkomen eens na te gaan, waar en hoe die namen ontstaan zijn. Het resultaat van dat onderzoek volgt hier. Vele namen vinden we, die wijzen op overeenkomst met deelen van dieren, zooals: vossestaart, kattestaart, paardestaart, hanepoot; of op overeenkomst met andere planten, zooals: doovenetel naar brandnetel, de wederik heet wilde wilg om de gelijkenis der bladen met wilgebladen; of op overeenkomst met levenlooze voorwerpen: bezemkruid, wollegras, pijpbloem.