Het diepe waterbekken der Doode zee wordt van alle zijden omgeven door hooge klippen en naakte rotsen, die zich soms tot eene hoogte van 2500 voet boven den waterspiegel verhellen. De noordelijke kust is eene uitgestrekte slibvlakte, die spoedig in eene zandige hoogvlakte overgaat. Aan de noordoostelijke en noordwestelijke kromming, nadert de van het noorden tot het zuiden zich uitstrekkende bergketen tot de oevers der zee en sluit ze aan beide zijden in. Hier verheffen ze zich steil aan den oever omhoog, alsof ze door menschelijke hand opzettelijk waren bewerkt; daar vertoonen ze eene meer afgcbrokkclde en verweerde gedaante; ginds rijzen ze terrasvormig omhoog, alsof de berglagen in rijen op elkander waren gestapeld. Op sommige plaatsen naderen zij den waterspiegel, op andere vertoont zich eene smalle strook glooijend oeverland met eene vuile zoutkorst overdekt. Op de meeste plaatsen, waar de uit Judea’s of Moab’s gebergte afstroomende beeken zich in de zee ontlasten, vormen zich kleine in zee uitspringende deltas. Deze. twee bergreeksen omsluiten het zuidelijk einde der zee niet, maar zetten zich veeleer in dezelfde rigting voort. Vandaar dat de zuidkust even als de noordkust vlak en laag is, zich als een uitgestrekt moeras vertoont en langzamerhand in eene zandige hoogvlakte overgaat. Vragen wij naar het algemeeue geologische karakter van dit gebergte, dan mag men op getuigenis der meeste reizigers aannemen, dat zijne massa doorgaans uit kalksteen bestaat, wel niet in geheel zuiveren toestand, maar met verwante steensoorten doormengd. Nussegger vond er, voor zoover hij de oevers der Doode zee onderzocht, slechts jura-, krijt-en alluviaal-formatiën, maar geene eigenlijke vulkanische gesteenten. Deze, zoo als basalt en anderen, komen eerst hooger op in de Jordaan-vallei voor. Alhoewel hij in dit gebergte evenmin eigenlijk gezegde kratervormen aantrof, zoo werden toch de sporen van de inwerking van vulkanen op de vorming des bodems overal in de omstreken van de Doode zee en op de aangrenzende bergen door hem duidelijk opgemerkt. Er zijn ook nog vele andere omstandigheden, die voor de vulkanische gesteldheid dezer streken schijnen te pleiten. Zoo treft men aan het noordelijk einde der zee een zwarten glimmenden steen aan, die voor een gedeelte aan het vuur vlam vat en een .bergharsreuk van zich geeft. Hij wordt veel opgezocht en in Jerusalem tot rozenkransen en andere kleine artikelen verarbeid. Op vele andere plaatsen vindt men zwavel, soms in stukken van eene mansvuist. De omwonende stammen vinden het in genoegzame hoeveelheid om er hun buskruid van te bereiden. Heete bronnen, tvaarvan vele sterk met zwavel bezwangerd zijn, treft men op; verscheidene plaatsen aan. Onder deze hadden de zwavelbronnen van Kallirrhoé, aan de oostkust der zee gelegen, in de oudheid eenen grooten roem. Koning hebodes liet zich nog in het laatst van zijn leven derwaarts brengen om zijn verwoest ligchaam voor eenigen tijd tegen den dreigenden dood te verdedigen, 1) De gedurige aardbevingen, waaraan deze oorden zijn blootgesteld, geven ontwijfelbare bewijzen van hunne vulkanische gesteldheid. De aardbeving van 1837, die zich in de rigting der Jordaanvallei aan de oostzijde althans over eene lengte van 100 en eene breedte van 18 tot 20 Duitsche mijlen uitstrekte, was zoo geweldig, dat onder anderen de steden Safed en Tiberias daardoor bijna geheel verwoest werden. Duizenden inwoners werden onder de ruïnen verpletterd. De waterbronnen werden zoo heet dat men de hitte met geen gewonen thermometer bepalen kon, en gaven daarbij eene buitengewone massa water op. Hier en daar zouden zelfs vlammen uit de aarde zijn losgebarsten. Alle deze verschijnselen te zamen genomen stellen de vulkanische gesteldheid dezer streken boven allen twijfel. 1)