In het derde deel der voor eenige maanden te Parijs uitgegeven gedenkschriften van de Gravin DE BOIGNE¹ is eene merkwaardige natuurspeling vermeld. Ze betreft de geschiedenis van eene boerenvrouw uit Lotharingen, die een kind ter wereld bracht met den naam en titel van Napoleon in ’t blauw der oogjes. Best is, zonder verdere inleiding, aan de gravin zelve het woord te geven. Ziehier haar verhaal: »Ik wil niet verzuimen, eene vreemdsoortige bijzonderheid aan te teekenen, waaraan ik wel gelooven moet, omdat ik ze gezien heb. Eene jonge Lotharingsche boerenvrouw kreeg van haar broer, die als soldaat moest opkomen, bij zijn vertrek een mooi, buiten den omloop gehouden, twinligsousstuk uit den tijd van Napoleon ten geschenke. Zij moest het muntstuk als een aandenken aan den vertrokken soldaat zorgvuldig bewaren. Zoo deed ze, want ze hield zielsveel van haar broer, en toen ze een poosje later hoorde, dat het regiment, waarbij hij diende, op een afstand van eenige mijlen voorbij haar dorp komen zou, op marsch naar elders, haastte ze zich op stap te gaan om den jonkman aan eene halte, waar de soldaten rust hielden, nog eens goên-dag te zeggen. Op de terugreis naar huis was ze moe en dorstig geworden en eene herberg binnengegaan om bij een glaasje bier wat uit te rusten. Toen ’t nu op betalen aankwam, herinnerde ze zich te laat, dat ze ’t beetje geld, dat ze bij zich had, aan haar broer had gegeven, en alleen nog maar het twintigsousstuk bezat, dat ze altijd bij zich droeg. Crediet had de herbergier voor den gaandeen-komenden man niet, en dus moest ze wel het mooie blanke muntstuk in betaling geven. Schreiend om ’t gebeurde kwam ze thuis.