In Nature (Oct. 21, 1886) vindt men eene aankondiging van een opstel van den heer V. BALL te Dublin over bet kweeken van leeuwen, waaruit ik, onder verdere verwijzing naar het oorspronkelijke, het volgende ontleen. Van 1857 tot 1885 zijn in den zoologischen tuin te Dublin 131 leeuwenwelpen geboren, waarvan echter 21 dood ter wereld kwamen of spoedig stierven, 110 opgekweekt en 86 verkocht werden. Eene in die inrichting in 1859 geborene leeuwin was de moeder van niet minder dan 55 welpen, waarvan 49 werden opgekweekt. Zij stierf op 16-jarigen leeftijd, blijkbaar van ouderdom. Van 130 der welpen, waarvan BALL het geslacht kon nagaan, waren 74 leeuwen en 56 leeuwinnen. Geen leeuw of leeuwin leefde in den tuin langer dan 16 jaren, en het schijnt BALL toe dat de gemiddelde leeftijd van deze dieren 12 à 14 jaren is, in tegenspraak met de beweeringen, dat leeuwen 20, 30, ja 66 en 70 jaren kunnen in het leven blijven. Het schijnt, ofschoon BALL zich te dezen aanzien niet recht duidelijk uitdrukt, dat al die leeuwen in den zoologischen tuin te Dublin afstammen van een paar, dat in 1855 uit Natal was aangevoerd.