Terwijl talrijke expeditiën naar de Noordpool elkander opvolgen, en men reeds verder dan de 83ste parallel gevorderd is, schijnt het onderzoek naar de Zuidpool sedert geruimen tijd opgehouden te hebben. Men moet dan ook erkennen dat de volharding, met welke de zeevaarders trachten het noordelijk uiteinde van den as der aardbols te bereiken, gerechtvaardigd wordt door den vergevorderden staat onzer aardrijkskundige bekendheid met de noordelijke poolstreken , die overigens ook van de beschaafde wereld minder ver verwijderd zijn dan de zuidelijke. Men worstelt dan ook rondom de Noordpool met meer moed tegen de hinderpalen der natuur, omdat men dicht bij het doel en de noodige inspanning om dat doel te bereiken minder sterk is. Evenwel begint de aandacht der aardrijkskundige wereld zich thans ook een weinig op de Zuidpool te vestigen. Het gerucht bevestigt zich dat NORDENSKIÖLD , de beroemde Zweed, aan wien wij de ontdekking van den noord-oostelijken doortocht verschuldigd zijn, eene ontdekkingsreis naar de zuidpoolstreken zal besturen , welke expeditie aanstaande jaar in ’t begin van den herfst, welke de lente van het zuidelijk halfrond is, uit Europa zal vertrekken. De kosten van deze groote zeereis zullen worden gedragen door het Australische aardrijkskundig genootschap en den Heer DICKSON te Gotheborg. Een opzettelijk voor dit doel ingericht stoomschip zal aangeschaft worden voor dezen tocht, welke de opdracht zal ontvangen om de aan de Zuidpool grenzende zee en landstreken uit het oogpunt van de natuurkundige aardbeschrijving, der metereologie en der natuurlijke geschiedenis te bestudeeren.