In mijne Geschiedenis en Beschrijving van Haarlem (Deel III, blz. 149) schreef ik o. a. het volgende: “Ongetwijfeld valt de aandacht van ieder bezoeker van het Koor — der Groote Kerk — ook op den grooten koperen lessenaar, die er reeds sedert liet einde der 15de eeuw in den vorm van een pelikaan (!) ², op een voetstuk van hetzelfde metaal staat, oorspronkelijk bestemd was ten dienste der “provydierers” of voorzangers. Deze lessenaar, die tot omstreeks 1850 gebruikt werd bij de huwelijksinzegeningen, weegt met den voet, waarop hij draait, 365 kilogram en werd door het St. Chrispijns- of Schoenmakersgild aan de kerk ten geschenke gegeven. Volgens WOLFF 3 werd dit product van 16de-eeuwsche metaalbewerking in 1506 van het beste metaal gemaakt door JOHAN FLORIS en op St. Crispynsdag van genoemd jaar op het hooge Koor geplaatst. Wij weten niet, aan welke bron WOLFF deze mededeeling, wier juistheid wij zeer betwijfelen, ontleende; dit evenwel gaat zeker, dat in 1498 aan Jan Fyery, te Mechelen, (mogelijk dezelfde, die elders Fyerens wordt genoemd) werd besteed het maken van een “ pullumtrum” (pulpitum = lessenaar) en dat het door hem geleverde werkstuk, waarvan de kosten grootendeels werden gedragen door zekeren Aryaen Jansz., op St. Crispynsdag 1499 op het Koor werd geplaatst. Ziehier, wat het Kerkelijk Register van 1498 ons omtrent een en ander mededeelt. “Item besteet Jan fyery van mechelen een pullumtrum staende op dat Koer daer die provydierers an staen sullen, ende sal wesen een puplikaen met haer jonghen na uutwysinge der patroen die ons daer of comen sal (naar de teckening, die ons daarvan zal worden aangeboden) ende dese saeke sal ons tot een goet ende brenghen aryaen janszoen onse poerter, ende dit werric ghemaect wesende, soe isser een goet persoen in die Kerric daertoe te hulp commen sal jx u vlaems; ende hierop betaelt ende ghegeven aryaen jansz. keetelbooter de somme van xxx enkel gulden gerekent xxvij St. Somma an guld. current xj ½ rh. gul. current, solvit aernt jansz. op rekeninc opte derde dach van Septembr. noch ghegeven xxxvij ½ rh. gl. current waleberts gelts ende noch vier r. g. ende tien St. waleberts gelts, dus ys die pellekaen betaelt.” Een andere aanteeckening, aan het hetzelfde K. Register ontleend, deelt ons eenige der voorwaarden mode, waarop de aanbesteding van het “pultrum” plaats had: “Item dat hondert van dat pultrum sal costen xv r. g. current ende salt ons leveren in de waghe tantwerpen daer wij af ontfangen hebben tot haerlem xc hondert pont ende XIV pont twelcke in als (alles) suver ghecost heft xxjx u gl. ende x St., ende is op dat Koer gestelt op Sinte Crispynsdach aº mcccccxjx.”