Wanneer men bedenkt, op welke voor den onontwikkelden mensch wonderbaarlijke wijze de maan voortdurend van gedaante verandert en zich te midden der andere hemellichten beweegt, dan behoeft het geen verwondering te wekken, dat zij ten allen tijde eene voorname plaats in de sterrenwichelarij heeft ingenoraen. En ook tegenwoordig is het aantal nog groot van hen, die gelooven, dat onze satelliet invloed op ’s menschen lot uitoefent. Aan professor van BEBBER’S Handbuch der ausübenden Witterungskunde wordt dienaangaande het volgende ontleend: »Men moet vruchten vooral bij wassende maan plukken, wil men, dat ze zullen narijpen; daarentegen is het niet goed bij wassende maan hout te hakken, omdat dit dan door de nog nakomende sappen wormstekig wordt en niet droog te krijgen is. Verder groeit het onkruid welig, wanneer de mest bij wassende maan op den akker gebracht wordt, enz. De tijd der nieuwe maan leent zich in het algemeen het best voor alles wat begint: zoo moeten huwelijken dan worden gesloten, zoo moet dan met den bouw eener nieuwe woning worden begonnen; ook moet men een nieuw huis zoo mogelijk bij nieuwe, maar vooral niet bij afnemende maan betrekken. Het haar en de nagels moet men bij wassende maan knippen, opdat ze weder aangroeien; wratten daarentegen moeten bij afnemende maan worden gesneden. Kinderen en vee moeten bij wassende maan worden gespeend: anders zouden zij vermageren.” Onze Noordzeevisschers weten te vertellen, dat bij wassende maan de meeste haring gevangen wordt.