In het eerste October-nommer (1864) van DINGLER’S Polyt. Journ. komt een berigt voor omtrent den transatlantischen telegraaf, waarvan ik hier het onderstaande mededeel, zoowel om aan te vullen wat ik daarover in het vorig nommer van het Album der Natuur heb gezegd als om de zaak zelve. Voor het gemak heb ik alles in Nederlandsche munt en maat overgebragt. In de reeds vroeger vermelde uitgebreide werkplaatsen van GLASS, ELLIOT en COMP, te East Greenwich, werd in den afgeloopen zomer uit de deugdzaamste materialen de nieuwe kabel vervaardigd. Die vervaardiging, als ook het transport en het leggen van den kabel heeft genoemde firma op zich genomen voor de som van 8,400,000 gulden. Slaagt de onderneming en werkt de kabel goed, dan komt daarbij nog eene premie van 1,644,000 gulden. De geheele lengte van den kabel, waarbij men gerekend heeft op de oneffenheden van den zeebodem, op verlies bij het leggen en andere zaken, heeft men op 3480 Ned. mijlen gesteld. Onlangs werd er in onze dagbladen berigt, dat de kabel gereed was en reeds in een of twee schepen geladen werd, die hem naar de Great Eastern zullen overbrengen. Dit laatste schip is met het leggen van den kabel belast geworden en zal dat in het voorjaar van 1865 volbrengen.