Mag men onze eeuw, als men op haar als een geheel let, die van stoom, ijzer en staal noemen, wie hare laatste helft alleen in ’t oog vat noemt haar zeker die der electriciteit. Telegrafen, telefonen, electrisch licht, overbrenging van arbeidsvermogen door electrische stroomen, oppotting, als men ’t zoo wil noemen, van electrisch arbeidsvermogen in accumulateurs en daardoor beweging van spoortreinen en tramwagens, ziedaar zoovele wegen, waar langs de electriciteit gedwongen werd der nijverheid te hulp te komen. En dan spreken wij nog niet eens van de scheikundige ontleding door den stroom, wier geboorte reeds in het eerste vierendeel der eeuw valt, noch van de afscheiding van metalen uit hunne ertsen, dat kind van nog maar weinige jaren.