Ik kan mij voorstellen dat de kennismaking met den zoo sierlijken en bovenal zoo doelmatig ingerichten kinderweger (pèse-bébés), waarvan onlangs door de zorg van Prof. HARTING in de elfde aflevering van »het Album” (1883) een beschrijving en afbeelding werd gegeven, velen zeer welkom is geweest en dat menig ouderpaar er nu eerder toe zal kunnen besluiten de kinderen gedurende bet eerste levensjaar op geregelde tijden te wegen; een maatregel, die sinds lang bekend staat als de meest zekere en praktische weg om zich te overtuigen of het kind goed groeit en of de voeding voldoende is. Op de angstige vraag: »krijgt het kind wel voedsel genoeg?” een vraag, die zoowel door ervarene als onervarene moeders honderde malen gedaan wordt, kan toch alleen de weegschaal een voldoend antwoord geven. Jammer echter dat er tegen het wegen van kleine kinderen, behalve enkele dwaze vooroordeelen, die natuurlijk alleen voortsproten uit bijgeloof (zooals men trouwens meer aantreft in zaken waarin de baker een woordje heeft mee te praten), ook aanvankelijk enkele grondige bezwaren bestonden. Vooreerst toch waren de gewone weegschalen geheel ongeschikt voor een dergelijke weging; men behielp zich dus veel met de bekende Salter’s-balans (Salter’s Family- Scale), waarbij de schaal boven op een draagstuk rust en dus niet schommelt; wordt op deze schaal een soort van mandje geplaatst of wordt de schaal door een mandje vervangen, dan was het mogelijk op deze wijze de weging ten uitvoer te brengen. Toch was ook deze manier niet van onnauwkeurigheid vrij te pleiten, daar het kind tengevolge van de minder gemakkelijke ligging dikwijls onrustig was en bewegingen maakte, waardoor de wijzer der balans niet geheel tot rust kwam; en voorts in aanmerking genomen, dat het teedere moederhart niet gedoogt dat het kind in deze hem blijkbaar minder aangename positie langer zal blijven dan hoog noodig is, moest men zich vaak met een vrij ruwe en onnauwkeurige aflezing tevreden stellen. Maar al deze moeilijkheden zijn nu uit den weg geruimd; want werkelijk in de balans van de firma Galante et Fils ligt het kindje even gemakkelijk en vrij als in de wieg en men kan dus rustig het oogenblik afwachten, waarop de wijzer zich niet meer beweegt en dus de waarneming zoo nauwkeurig mogelijk verrichten. Maar nu blijft er toch nog voor velen, gelijk mij uit ervaring bekend is, een tweede bezwaar bestaan. Hoe zal men namelijk uitmaken of de nu zoo nauwkeurig waargenomen uitkomsten op een al of niet voldoende ontwikkeling wijzen, indien zij niet overeenkomen met de gemiddelde waarden, die voor het gewicht en de gewichtsvermeerdering op bepaalde tijden zijn opgegeven? Die cijfers toch, welke hier volledigheidshalve nog eens herhaald worden, zijn de gemiddelde uitkomsten van een zeer groot aantal waarnemingen, zoowel ten onzent, als in Frankrijk, Belgie en Duitschland gedaan. Zij kunnen dus slechts als opgaven voor de normale ontwikkeling gelden en het spreekt van zelf dat wegens de vele, ook individueele, oorzaken die van invloed zijn op de ontwikkeling van het kind, de uitkomsten der gedane wegingen slechts zelden met deze opgaven zullen overeenstemmen. En dan rijst de vraag: hoeveel mag het verschil tusschen het waargenomen en het in de tabel opgegeven gewicht in een zekere maand bedragen? Dit geeft dan dikwijls aanleiding dat het wegen, in plaats van geruststellend te werken, de onrust en de bezorgdheid slechts vermeerdert. Het is mij daarom aangenaam dat de Redactie van het »Album” mij in de gelegenheid heeft gesteld hier te vermelden hoe ook dit bezwaar op een eenvoudige wijze uit den weg geruimd kan worden.