BERTHELOT heeft gronden gevonden voor de stelling, dat aan de bronsperiode eene koperperiode is voorafgegaan. In 1887 (bladz. 161) werd hier reeds melding gemaakt van een beeldje, door DE SARZEC bij opgravingen te Tello in Mesopotamië gevonden, het eerste voorwerp, dat aanleiding tot het bedoelde vermoeden gaf. Immers het was afkomstig uit een tijd van ongeveer 4000 jaren v. C. en het bestond uit zuiver koper. Dat de Chaldeeuwsche metaalbewerkers het koper eerder dan het tin hebben gekend is zeer waarschijnlijk; kopermijnen kwamen meer in hunne nabijheid voor, terwijl het tin hun van op grooteren afstand moest worden aangebracht, tenzij aan hen bekende tinmijnen later uitgeput en daardoor of om eene andere reden geheel in vergetelheid zijn geraakt.