»Een tot nog toe over het hoofd gezien bestanddeel van den dampkring?” zoo werd eenige maanden geleden door ons in het Wetenschappelijk Bijblad gevraagd. Naast stikstof en zuurstof, de hoofdbestanddeelen, komen daarin steeds in kleinere hoeveelheden waterdamp en koolzuur voor; ozon, watersfohyperoxyde, ammonia en meerandere stoffen hebben wij sinds lang als bijkomende bestanddeelen leeren noemen, waarvan de hoeveelheden meer aan verandering onderhevig en uiterst gering zijn. De mededeeling van lord RAYLEIGH en RAMSAY , dat hetgeen tot nog toe voor stikstof gehouden werd ongeveer voor een honderdste geen stikstof zou zijn, heeft velen in spanning gehouden, verlangend om te hooren, in hoeverre er iets aan was van de zaak. Er waren er, die wisten , waarom nadere berichten uitbleven ; althans meenden , dat zij het wisten. Het bestuur van het Elisabeth Thomson- Fund in Amerika had een prijs uitgeloofd voor het werk, waarin de kennis omtrent de samenstelling van den dampkring het krachtigst bevorderd werd, en om dien prijs te kunnen verkrijgen zouden de ontdekkers voorloopig het stilzwijgen bewaren. Toen lord KELVIN op de jaarvergadering van de Royal Society de ontdekking van het nieuwe bestanddeel, namelijk »nieuw” alleen voor onze kennis, het merkwaardigste feit noemde, waarop het jaar 1894 kon wijzen, werden engelsche scheikundigen ongeduldig en vroegen ingelicht te worden aangaande eene zaak, waarin die beroemde natuurkundige ingewijd scheen. Kort daarop werd de toezegging gedaan, dat eene vergadering van de Royal Society op 31 Januari aan de behandeling van argon (de nu pas bekende stof had dezen naam gekregen) gewijd zou zijn. Chemical News geeft van die vergadering een uitvoerig verslag.