Weinig onderdeelen der houtteelt zijn m.i. van zulk groot sociaal en financieel belang voor ons land als de kwestie omtrent het opbosschen der heiden en der zee- en binnenlandsche duinen. Het is daarom dat ik groot belang stel in alles wat daaromtrent het licht ziet en het opstel van Prof. DE VRIES over dit onderwerp, in de aflevering van December 1889 in het Album der Natuur, met veel voldoening las. Toch maakte ik daarbij eenige opmerkingen, misschien niet van belang ontbloot voor hen, die van plan zijn hun krachten en geld te besteden tot het opbosschen der duinen en binnenlandsche zandverstuivingen. Er bestaat een groot verschil in de wijzen van handelen bij het opbosschen dezer beide dorre vlakten , een gevolg van het verschil in omgeving. Binnenlandsche zandverstuivingen toch zijn niet altijd begrensd door heidevelden en juist deze leveren het materiaal voor de beteugeling. Door talrijke proeven, zoo wel hier te lande als in het Hannoversche en in Oost-Pruissen, is men tot de ervaring gekomen, dat van al de middelen om zandstuivingen te beteugelen (oprichten van tuinen en heggen, bedekken met kortsnoeisel, dunsel uit dennenbosschen, jeneverbessenstruiken, heide, brem, riet enz. bepoten met helm en zandhaver) geen enkel beter voldaan heeft en met het oog op den uitslag goedkooper is, dan het beleggen met plaggen in quadraatnet, en het opbosschen met éénjarige grove dennen zonder kluit, zoogenaamde plukdennen. Dat deze wijze van vastleggen voor de duinen in ons land uitgesloten is, spreekt van zelf, daar heidevelden aan onze kuststreken ontbreken, maar het bepoten met plukdennen is evengoed uitvoerbaar en hierdoor is ook het bezwaar van het sterven der planten in droge zomers weggenomen. Plukdennen n. 1. behouden al hun wortels, welke ontzaggelijk veel forscher zijn dan die van kluitdennen , en door hunne grootere lengte (minstens 20 cM) is er zelfs in droge jaren weinig sterfte, zoodat plantingen, waar hoogstens 1% der planten verloren gaan en ingeboet moeten worden , volstrekt geen zeldzaamheid, integendeel, wanneer zij zorgvuldig uitgevoerd worden, regel zijn. De vervoerkosten zijn tot een minimum gereduceerd, hetgeen duidelijk daaruit blijkt, dat 25000 planten in een groote wijnmand gepakt kunnen worden. Ook de kosten van plukdennen zijn veel lager dan die van kluitdennen, daar 1000 plukdennen te Zundert 45 cts kosten, terwijl zij bij eigen kweeking op circa 25 cts per mille komen. Het poten, hetwelk het best met de wigvormige spade geschiedt, kan voor 40 à 50 cts per duizend aanbesteed worden, daar een man en een meisje samen minstens 3000 planten per dag poten, ja zelfs, bij eenige geoefendheid en op een terrein dat zoo weinig bezwaren oplevert als de duinen, kunnen zij het tot 5000 per dag brengen.