Eenige jaren geleden had de redactie van het Album der Natuur de welwillendheid, om een stukje van mij op te nemen over het hengelen en wat daarbij valt op te merken. Het was mijn doel om het wetenschappelijke dier zoogenoemde liefhebberij te doen uitkomen, welke zoo veel tot voeding van het huisgezin kan bijdragen, indien zij op wetenschappelijke gronden beoefend wordt. Ik had daarbij het genoegen, dat mijne waarnemingen omtrent het azen der visschen de goedkeuring van deskundigen mochten wegdragon, en dat deze bij het uitoefenen hunner liefhebberij meer acht gaven op hetgeen de natuur hun aanwees, om in den kortst mogelijken tijd den meesten visch te betrappen. Hierdoor aangemoedigd, had ik het plan gevormd om die waarnemingen verder voort te zetten en zooveel mogelijk een duidelijk overzicht te geven van de levenswijze en de geaardheid der visschen, eene studie die zoo diep ingrijpt in de tegenwoordige huishouding der maatschappij, maar die ten onzent te veel verwaarloosd is.