Ongetwijfeld is de naam van den Zuid-Nederlandschen geleerde aan het hoofd van dit opstel geplaatst den lezers van dit tijdschrift beter als geneesheer dan als scheikundige bekend. Van de zijde der geneeskundigen toch zijn de werken van dezen beroemden arts herhaaldelijk het voorwerp geweest van de meest omvangrijke nasporingen. Niettemin verdient hij als scheikundige evenzeer in hooge mate onze belangstelling. Niet slechts wijl er een innig verband bestaat tusschen zijne genees- en scheikundige theorieën, zoodat men de eerste niet kan leeren kennen zonder daarbij tevens acht te slaan op de laatste , maar veel meer nog, wijl hij, ofschoon levende in eene periode, waarin de scheikundige wetenschap nog in hare kindsheid verkeerde, beschouwd kan worden de voorlooper te zijn der moderne beginselen , die eerst twee eeuwen nà hem door den onsterfelijken Franschen scheikundige, LAVOISIER , in toepassing zouden worden gebracht; en eindelijk wijl hij leefde in een tijdvak, waarin de scholastieke wijsbegeerte plaats begon te maken voor die, welke haar steun zocht bij de toepassing van de proefondervindelijke methode. »Au nombre des observateurs qui, en brisant le joug de l’authorité scolastique, ont frayé, par la méthode experimentale, une route nouvelle à la Science, il faut compter en première ligne VAN HELMONT, ROBERT BOYLE, GLAUBER et KUNCKEL.” Deze getuigenis, ontleend aan HOEFER in zijne geschiedenis der scheikunde ¹ wordt door een zijner biographen van lateren tijd meer bepaald ten aanzien der scheikunde herhaald. »Les premiers progrès de la chimie scientifique datent réellement de VAN HELMONT. Il fut le premier qui réussit à formuler des lois générales dans cette partie de la Science; et l’influence exercée par lui comme chimiste fut à cette époque plus grande que celle qu’il directement sur les systèmes medicaux.” ² Deze citaten, met nog vele andere te vermeerderen, kunnen getuigen van den hoogen rang, dien VAN HELMONT in de wetenschappelijke wereld innam. Voorshands bepalen wij ons tot deze. Later, bij de verschillende onderwerpen, zullen wij herhaaldelijk gelegenheid hebben om naast ons eigen oordeel tevens dat van anderen te vermelden. Overigens kan de uitgebreide van HELMONT-literatuur, samengesteld door vele bekende historieschrijvers, genees- en scheikundigen tot maatstaf dienen bij de beoordeeling — zij het ook eene oppervlakkige — van de beteekenis aan dezen Zuid-Nederlander toe te kennen. Gedachten en denkbeelden alleen van superieure geesten als VAN HELMONT kunnen een blijvenden en overwegenden invloed uitoefenen op tijdgenoot en nageslacht. Behalve vele anderen hebben over VAN HELMONT geschreven, en zijn ook door ons bij de samenstelling van dit opstel geraadpleegd: BOERHAVE ³, LENGLET DE FRESNOY 4, SCHMIEDER 5, HOEFER 6, CHEVREUL 7, H. KOPP 8 en W.ROMMELAERE 9. Bovendien hebben wij ijverig gebruik gemaakt van de werken door hem zelf nagelaten, als de beste en meest betrouwbare bron , waaruit wij dezen in vele opzichten merkwaardigen man kunnen leeren kennen 10.