Bij eene studie over de voornaamste scheikundigen van Nederland in het laatst der vorige eeuw, waarmede ik mij voor eenigen tijd bezighield, trok de persoon van JAN RUDOLPH DEIMAN als scheikundige zoozeer mijne aandacht tot zich, dat ik het voornemen opvatte naar dezen vaderlandschen geleerde een nader onderzoek in te stellen. De moeite en tijd aan dit onderwerp besteed zijn ruimschoots beloond geworden, daar mijn vermoeden in overtuiging is veranderd, dat hij, alhoewel weinig bekend, een sieraad is geweest van zijn tijd en een ijverig en ernstig dienaar der wetenschap. Het is mij tevens gebleken, dat DEIMAN niet alleen heeft uitgemunt als scheikundige, maar bovendien ook als geneesheer en wijsgeer aanspraak mag maken op onze erkentelijkheid.