Van de geïllustreerde Schoolflora een tweede druk verschenen en van de gewone uitgaaf, die er overigens volkomen aan gelijk is, de tiende in bewerking! Dat zijn twaalf drukken in ongeveer 20 jaar. Duidelijker kan wel niet blijken, dat we hier met een deugdelijk werk te doen hebben. Toch is de deugdelijkheid zeker niet de eenige oorzaak van dit verbazend succes; immers, SURIGAR’s Zakflora is stellig niet minder uitstekend en toch beleefde die in ongeveer dertig jaar tijds maar negen uitgaven (de laatste bewerkt door Dr. A. J. M. GARJEANNE), altijd nog een respektabel aantal voor een klein land als het onze. Naar mijn overtuiging heeft de Schoolflora voor een niet gering deel haar opgang hieraan te danken, dat HEUKELS het heeft aangedurfd, dadelijk in de eerste uitgaaf, Nederlandsche namen voor alle planten op te nemen. Ik weet wel, dat over de waarde van zulke namen zeer verschillend wordt geoordeeld; dat sommigen er zelfs in het geheel niets van willen weten. Maar ook weet ik , dat zeer velen er eenvoudig behoefte aan gevoelen; niet voor de wetenschappelijke beoefening der Plantkunde, daartoe zijn natuurlijk de Latijnsche namen verre te verkiezen, maar voor het gebruik in het dagelijkse!) leven. Aardig heeft Dr. GRESHOFF dit uitgedrukt in een voordracht voor de Afd. Haarlem der Ned. Natuurhistorische Vereeniging: »’t is stuitend, een goeden bekende met een barbaarschen naam te noemen.”