Niet naar den stamvader van ons geslacht, maar naar JEAN LOUIS ADAM, plantenkweeker te Vitry bij Parijs, werd deze zonderlingste aller boomen genoemd. Velen mijner lezers zullen zich nog wel herinneren, dat aan den Bloemendaalschen weg bij Haarlem, op de buitenplaats »De Rijp” tegenover de Kleverlaan, naast den koepel en vlak aan den weg, dus voor iedereen goed zichtbaar, een gouden regen stond, die drieërlei soort van takken, en drieërlei soort van bloemen droeg. In den strengen winter van 1890—91 is deze boom gestorven, maar voor dien tijd genoot hij in Haarlem’s omstreken eene groote bekendheid, en tal van liefhebbers van Flora’s kinderen begaven zich telken jare, in de maand Mei, naar den Bloemendaalschen weg, om het vreemde verschijnsel waar te nemen. Geen andere plant is er bekend, noch in het wild, noch onder de producten van den tuinbouw, die zulk eene drievormigheid vertoont, of ook maar iets, wat daarop gelijkt. Wel ziet men bonte planten zich in bonte en groene takken splitsen, wel brengen Fantasie-Dahlia’s hare kleuren nu eens dooreengemengd en dan weer gescheiden aan het licht en vertoonen ook andere tuinplanten zulke kleursplitsingen, maar hier zien wij niet alleen de kleur, maar vorm en grootte van bloemen, trossen en bladeren uiteenwijken, ja zelfs van de takken, aan welke laatste een geoefend oog in den winter de drie vormen op den boom nog kan onderscheiden.