»Biedt onze Hortus thans, van den openbaren weg gezien, meer dan één schilderachtig punt aan, binnen zijnen omtrek wordt de wandelaar door menig bekoorlijk perk geboeid, dat door de verscheidenheid van beplanting, door weelde en rijkdom, een onuitwischbaren indruk nalaat.” Zoo schreef WITKAMP in 1869 in zijne Schetsen van Amsterdam. En thans, nu de openbare wegen rondom den Hortus Botanicus zoozeer zijn verfraaid, nu de houten schutting aan de Parklaanzijde door een ijzeren hek is vervangen, en de nabijheid van de tramlijn de aandacht van het publiek veel meer op den tuin vestigt dan vroeger, — thans zijn zijne woorden nog volkomen van toepassing.