Gezellige bloemen haten de eenzaamheid, want zij kunnen daarin hun normale verrichtingen niet ten uitvoer brengen. Die eenzaamheid geldt echter niet de afzonderlijke bloem, maar de geheele plant. Tal van planten zijn er, die wel zaad dragen, zoo zij te midden van hare soortgenooten bloeien, maar niet zoo zij alleen staan. Ook al bloeien zij met een groot aantal bloemen tegelijk en brengen de bijen en hommels vlijtig het stuifmeel van de eene bloem op de andere, toch ondervinden zulke planten de gevolgen der eenzaamheid en blijven ZiJ geheel of bijna geheel zonder vrucht en zaad. Zulke gezellige bloemen zijn er, in verhouding tot het groote aantal van bloemplanten slechts weinige. De meeste soorten dragen vrucht en zaad ook als zij alleen staan; de kleinbloemige meestal ook dan, wanneer zij niet door insecten bezocht worden. Maar onder onze inlandsche planten en hare nauwste verwanten worden er toch genoeg gevonden, om het de moeite waard te achten de aandacht er op te vestigen.