Goethe, wiens wetenschappelijke verdiensten door zijnen grooten dichterlijken naam in de schaduw gesteld zijn, schrijft uitvindingen meer aan een tijdvak dan aan bijzondere personen toe, en onttrekt daardoor meer aan den roem der beoefenaars van wetenschappen, dan velen wei zullen goedkeuren; want bij gelijktijdige ontdekkingen en uitvindingen zijn er ook niet weinige van ver uiteenloopende dagteekening, die onafhankelijk van elkander en in aard overeenstemmend waren. Onder de vele voorbeelden, die uit de geschiedenis van Kunst en Wetenschap tot staving dezer opmerking konden worden bijgebragt, behoort ook de wijze om kunstmatig parelen voort te brengen en de kunst om valsche parelen te vervaardigen. Eene geschiedenis, waarin de op nieuw gevondene en de gelijktijdig gemaakte ontdekkingen, welke tot dezelfde zaak betrekking hadden, beschreven waren, zou een belangrijk en leerzaam hoofdstuk in de jaarboeken des menschdoms uitmaken, daar zij zou aantoonen, dat het gebied der kennis, meermalen dan veelal gemeend wordt, in dezelfde rigting en met hetzelfde goed gevolg nagespoord werd door personen, welke op den roem van oorspronkelijkheid gelijke aanspraak kunnen maken. Dat op de prioriteit van de enkele ontdekking van parelen door niemand aanspraak kan gemaakt worden, spreekt van zelve, daar hiertoe noch genie noch scherpzinnigheid vereischt werd. De mensch kon niet lang schelpdieren tot spijs gebezigd hebben, of hij moest deze kleinooden aantreffen. In een der oudste boeken van China, Shoeking genaamd, wordt vermeld, dat parelen als eene schatting naar het hof werden gezonden uit eene streek, die thans het noordoostelijk gedeelte uitmaakt der provincie Kiang soe. Het oudste woordenboek (opgesteld elf eeuwen vóór onze tijdrekening door Duke chau, den uitvinder van het kompas) telt parelen onder de kostbaarste voortbrengselen van Shensi: zij werden in den grootsten overvloed verkregen van de rivier Hoaí in Ngan hoei; maar dit hoog geroemd sieraad -wordt in alle gedeelten van het oostelijk Azië, van het Himalaya-gebergte tot aan de Stille Zuidzee en van de Mandshoerei tot aan de straat van Malacca gevonden; en daarvan bestaat steeds aftrek om het tot versiering van schoeisels, gordels, oorringen, halsbanden en hoofdtooisels cn tot oppronking van afgodsbeelden aan te wenden. Men kan op het Buddhisten-eiland Poe to, den zetel der godin van genade, en de plaats van waar zij tot den hemel opvoer, een beeldje dier godheid zien, nagenoeg vijf duim hoog, van zuiver goud vervaardigd, met uitzondering van den romp, die door eene zeer glansrijke parel gevormd wordt; het is een geschenk van den Keizer rang hi. De herhaalde vermelding van parelen in de Chinesche geschiedenis levert een bewijs van de hooge waarde, die door het keizerlijk hof en door allen, die prijs stellen om zich te versieren, aan haar werd toegekend. Het zal niet ongepast zijn eenige voorbeelden daarvan hier bij te brengen.