In November 1887 nam ik nabij Tjilatjap een merkwaardigen regenboog waar. Het was ’s morgens 7 uur, toen wij van ons kampement te Goemilir naar het haven-emplacement te Tjilatjap spoorden. Wij zagen toen uit den trein, behalve de gewone bogen A en B, daar tusschen nog een derden boog C, overeenkomstig de schets. De boog C was even helder als A; B was flauwer zooals gewoonlijk.