Het is nu ruim vijftig jaar geleden dat het DAGUERRE gelukte de beelden, die zich in de camera obscura vormen, vast te leggen. Die eerste daguerreotypen waren niet mooi en zeker zullen velen zich nog herinneren hoeveel overleg er toe behoorde, om het licht er zóó op te laten vallen, dat men kon waarnemen wat ze moesten voorstellen. Maar uit deze eerste resultaten heeft zich langzamerhand de fotografie ontwikkeld; zij waren de voorloopers van de prachtige en artistieke lichtbeelden, die men thans allerwege kan bewonderen. Wat heeft men niet een menigte proefnemingen moeten doen en tal van bezwaren moeten overwinnen , eer men het zoo ver gebracht had en voor men er in slaagde zulke gevoelige platen te maken , dat een verlichting van een onderdeel eener seconde reeds voldoende is daarop een blijvend beeld te veroorzaken. Doch niettegenstaande al die proefnemingen , is het nog niet mogen gelukken ook de kleuren vast te leggen, en eerst dan zal de fotografie het toppunt harer volkomenheid hebben bereikt, als zij ons in staat stelt al de kleurschakeeringen, die Wij op het matglas van de donkere kamer waarnemen, blijvend te maken. Alle gekleurde fotografieën, die men thans te zien krijgt, zijn uit de hand gekleurd, en, ofschoon dikwijls meesterlijk van uitvoering , kunnen zij de vergelijking niet doorstaan met de beelden , welke de lens der camera obscura op de vizierschijf weet te voorschijn te roepen. Beelden te vervaardigen, die met de natuurlijke kleuren schitteren, behoort nog altijd tot de vrome wenschen , doch het is zeer waarschijnlijk, dat binnen korteren of langeren tijd ook dit vraagstuk zal worden opgelost. In het begin van dit jaar is men er ten minste reeds in geslaagd het zonnespectrum in zijn natuurlijke kleuren weêr te geven. De eerste grondslag is dus gelegd, maar ook niets meer, want, zooals we straks zullen vernemen, zijn er nog bijna onoverkomelijke bezwaren, die men langzamerhand zal moeten trachten te overwinnen.