Op Donderdagmorgen van den 14den April jongstleden kon men in de collegekamer van het Physisch Laboratorium der Rijks-Universiteit te Groningen eene schaar van beoefenaars en leeraars der natuurwetenschappen bijeen zien, uit verschillende oorden van het land samengekomen om, »zonen van het zelfde huis,” in dezen tempel der wetenschap een korten tijd »als broeders saâm te wonen”. Recht voor hen uit stonden de woorden van den bekenden PETRUS VAN MUSSCHENBROEK in sierlijke letters op den wand geschreven: »dewyl wy geen ingesehaape denkbeelden van de lighaamen, noch van hunne eigenschappen, noch van de werkingen op malkanderen hebben, moeten wy alles door proeven en waarneemingen onderzoeken en leeren, en ’er dan zelf denkbeelden van vormen.”