Aldus een ongenoemde muzenzoon in den Utrechtschen studentenalmanak voor het jaar 1827. Dat er in diezelfde Trichtsche biëncorve nog altijd veel en kostelijken honigh is te garen, hebben allen ondervonden, die op don 3den en 4den van Grasmaand dezes jaars bijeen waren in het Physisch Laboratorium der Utrechtsche Universiteit. De Hoogleeraren in Physica en Astronomie hebben op die dagen laboratorium en observatorium gastvrij opengesteld en van bet beste wat zij hadden iets willen mededeelen tot leringhe van de van wijt en sijt naar Utrecht gekomen »jonckers”. Wel waren er jonckers onder met grijze haren; toch jonckers. HUGO heeft het gezegd: le coeur n’a pas de rides. En zoo waren er onder de bezoekers van den vierden vacantie-cursus, die, meer dan zestig jaren oud geworden, ook meer dan zestig jaren jong gebleven waren. Tot dat jong blijven dragen ook de vacantie-cursussen bet hunne bij en de mannen, die bun tijd en hunne wetenschap voor de deelnemers hebben beschikbaar gesteld, verdienen ten volle den dank der hoorders, die hun op zoo waardige wijze bij monde van Dr. BREMER werd toegebracht.