Het onvermoeide, rustelooze werken en streven van het steeds aangroeiende aantal beoefenaars der scheikunde heeft een ontwikkeling van deze wetenschap ten gevolge gehad, welke in de laatste jaren met toenemende snelheid is voortgegaan. In verschillende richtingen kan op groote resultaten gewezen worden en wij zijn er getuigen van hoe de belangrijke ontdekkingen elkander tegenwoordig bijna slag op slag volgen. Het verdient daarbij zeker bijzonder de aandacht, dat de nieuwere methoden en hulpmiddelen niet alleen geleid hebben tot de synthese van zeer samengestelde organische stoffen van groot moleculairgewicht en van hoogst ingewikkelde structuur, maar dat daarnaast ook gebleken is, hoe op het veel en lang doorzochte gebied van de anorganische scheikunde nog verschillende combinatiën te maken zijn van meer eenvoudige samenstelling, welker bestaanbaarheid men òf niet vermoedde, òf welker bereiding vroeger slechts met veel moeite gelukt was. Onder deze verbindingen heeft in de laatste maanden zeer bijzonder de aandacht getrokken het calciumcarbide CaC2, dat in 1893 en 1894 door twee scheikundigen onafhankelijk van elkander gemaakt werd met gebruikmaking van de nieuwe hulpmiddelen om zeer hooge temperaturen voort te brengen. Dit calciumcarbide wordt door water ontleed volgens de vergelijking: