Heden voor honderd jaar, omstreeks vijf uur in den middag, bewoog zich weder door de straten van Parijs een stoet veroordeelden, die naar de guillotine werden gevoerd, gezeten in die eigenaardige open karretjes die ieder uwer wel op platen uit dien tijd heeft gezien, waar zij waren prijsgegeven aan de smaadredenen en de verwenschingen van het straatpubliek. Ditmaal zijn het 28 mannen, die hebben behoord tot de dusgenaamde »ferme générale”, een consortium, aan hetwelk de staat, tegen een zekere vergoeding, de inning der indirecte belastingen overliet. Deze instelling had een slechten naam bij het volk, dat in den rijkdom harer leden en in de openbare weelde, die sommigen hunner ten toon spreidden, de bewijzen zag voor de malversatieën, waaraan zij zich schuldig maakten. Daar moge in vroeger tijd reden tot die verdenking hebben bestaan, van het tegenwoordige college heeft de geschiedenis ons niets overgeleverd dat aan schuld zou doen denken, en ter wille van dien éénen onderhen, aan wiens nagedachtenis deze samenkomst is gewijd, achten wij ons gerechtigd te gelooven, dat allen onverdiend waren veroordeeld. Het vonnis was dienzelfden morgen uitgesproken door een rechtbank, die niet eens de bevoegdheid had, van hunne zaak kennis te nemen, maar wier voorzitter zijn doel wist te bereiken door aan de heethoofdige jury niet de juiste beschuldiging voor te leggen, maar haar te doen gelooven dat zij met ontmaskerde verraders des vaderlands te doen had. De vierde in de orde der terechtstelling was ANTOINE LAURENT LAVOISIER, lid van het hoogste wetenschappelijk lichaam in Frankrijk, de Académie des Sciences, in zijn vaderland en daarbuiten erkend en geëerd als de stichter eener nieuwe chemische school, die na een eervollen strijd van verscheiden jaren de oudere had vervangen; een man, aan wien Frankrijk, nevens dezen roem, nog een aantal andere weldaden te danken had: wetenschappelijke voorlichting van landbouw en industrie, groote ontginningen, voor eigen rekening ondernomen; bespoedigde voortbrenging van oorlogsbehoeften; rapporten en werken op economisch, financiëel en administratief gebied, adviezen in zaken van wetgeving en onderwijs, steun van de openbare en bijzondere liefdadigheid door gaven en door persoonlijke toewijding. Onmiddellijk vóór hem werd een ambtgenoot onthoofd, die tegelijk zijn vriend en de vader zijner vrouw was, zonder dat deze afscheid van een van beiden had moge nemen.