ARACHNE, — aldus luidt het verhaal in het zesde boek der Metamorphosen van OVIDIUS — een Lydisch meisje , was de dochter van den purperverwer IDMON te Colophon. Van niemand minder dan MINERVA had zij het weven geleerd en bereikte in die kunst zulk eene hoogte, dat zjj hare leermeesteres zelve tot een wedstrijd durfde uitdagen. Deze nam de gedaante eener oude vrouw aan en trachtte haar tot andere gedachten te brengen, maar niets hielp en alzoo werd de uitdaging aangenomen. ARACHNE vervaardigde nu een weefsel, waarin zij de liefdesavonturen der goden voorstelde en dat MINERVA niet kon overtreffen ; uit spijt hierover en uit toorn over het onderwerp, dat ARACHNE had gekozen, verbrak de godin haar werk, waarop ARACHNE zich van verdriet ophing. Nu werd de godin door medelijden bewogen. »Blijf (zegt zij) verwaande en stoute op uw vermogen! »Blijf leven, maar hang vast gestrikt aan uwen poot, »En lij dees straf, met alle uwe afkomst, trotsch en snood. »Ten spiegel van elkeen.” ¹