Eenige Utrechtsche heeren, waaronder een gep. generaal-majoor, een opzichter bij den rijkstelegraaf, een architect en een directeur van het rijkstelegraaf kantoor, voelden zich geroepen eenigen tijd geleden een verslag te geven van de verrichtingen in de spiritistische bijeenkomst, gehouden den 8sten November 1874, in het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te Utrecht, van de Amerikaansche mediums BASTIAN en TAYLOR. Gitaren, door de hoeren meêgebracht, werden in een donkere kamer bespeeld en zweefden boven de hoofden der aanwezigen; een speeldoosje begon te spelen en werd, toen het afgeloopen was, op hoorbare wijze op nieuw opgewonden; alle leden werden beurtelings en ook gelijktijdig aangeraakt door een onzichtbaar iets (n.b. in een donkere kamer), dat gezegd werd een gematerialiseerde geesteshand te zijn; van uit de hoogte werd het gezelschap besprenkeld met eau de cologne, enz. enz. “Aan het verzoek van spirit light (sic!) kon echter niet worden voldaan, daar de lucht te vochtig was (mistig weder). Die gesteldheid van de lucht werd mede opgegeven als de oorzaak, waarom de gematerialiseerde handen bij de lichtseance niet voor aller oog zichtbaar konden worden gemaakt." Ik weet niet of de boven bedoelde heerou door de verspreiding van dit geschriftje voel proselieten voor het spiritisme hebben gemaakt, maar dit weet ik wel, dat bovengenoemde, door hen zoo hoog gewaardeerde mediums eenige dagen later te Arnhem, tengevolge van het plotseling ontsteken van licht, een heel gek figuur hebben gemaakt en al scheldende hun biezen hebben gepakt.