Ieder klaagt tegenwoordig, — en waarlijk niet zonder grond, — over de toenemende duurte der noodzakelijkste levensbehoeften. Elk middel waardoor de dagelijksche onvermijdelijke uitgaven kunnen inkrimpen, zonder dat daarvan een vermindering van levensgenot het gevolg is, moet aan velen welkom zijn. Tot die onvermijdelijke uitgaven behooren die der brandstoffen. Niet alleen dat wij deze in ons klimaat des winters niet missen kunnen ter verwarming onzer vertrekken, ook voor de toebereiding van schier alle spijzen zijn zij eene noodzakelijke behoefte. Nu is er echter niets waarmede men zoo verkwistend omgaat als juist met die brandstoffen. En al hebben ook, in den loop des tijds, allerlei verbeteringen in onze stookinrichtingen plaats gehad, waardoor een grooter gedeelte der warmte, die bij de verbranding van turf, hout of steenkool ontstaat, ten onzen nutte komt, zonder, gelijk men het gowoonlijk uitdrukt, den schoorsteen in te gaan, toch is het er nog verre af, dat van die warmte zooveel partij wordt getrokken als mogelijk is. Nog veel kan door verbetering der inrichtingen, gepaard aan verstandig overleg, op de brandstoffen bespaard worden. Toch vinden sommige dier inrichtingen, alhoewel zij reeds lang bekend zijn, slechts zeer langzaam ingang, hetgeen wel voor een goed deel mag worden toegoschreven aan de macht der gewoonte , aan de zucht om zich te houden aan het oude dat men kent, en van welks deugdelijkheid men zich door ondervinding overtuigd heeft, en waarvan men slechts noode afstand doet om het door het nieuwe, nog onbekende te vervangen. Een merkwaardig voorbeeld hiervan levert de Papiniaansche pot, aldus genoemd naar PAPIN, die hem reeds in 1681 uitvond en voor het uitkoken van beenderen aanbeval, om er de gelei uit te trekken. Tot dit en dergelijke doeleinden is die pot dan ook hier en daar in gebruik gekomen, inzonderheid in soepkokerijen. Maar tot in de eigenlijke huishouding is hij tot dusver nog niet doorgedrongen. Toch zijn daaraan twee groote voordeelen verbonden, namelijk eene besparing van tijd en eeno besparing van brandstof. Dit moge blijken uit de mededeeling der uitkomsten van eenige vergelijkende proeven onlangs door Professor JUNICHEN te Lucern genomen en waarvan door hem een uitvoerig verslag gegeven is in het Polytechnisches Journal, Bd. CCV, p. 412. Wij ontleenen daaraan het volgende.