Boven aan de reeks van al die fluoresceerende stoffen staan de vier reeds genoemde dubbelzouten: het cyan-platin-barium, cyanplatin-calcium, cyan-platin-kalium, en het cyan-platin-magnesium, waarmede men reeds vroeger gedeeltelijk kennis heeft gemaakt; bij de vermelding ervan noodigde ik den lozer uit, zich eene zeer geringe hoeveelheid van die zouten te verschaffen. Deze vier lichamen verdienen, wegens hunne opmerkelijke eigenschappen, eene afzonderlijke behandeling ; onder die eigenschappen zijn er, welke, naar ik meen, vóór mij nog niet zijn medegedeeld. Het eerste en tweede der vier genoemde kristallen heeft een citroengele kleur, het derde is geelachtig wit en het vierde is prachtig rood gekleurd, terwijl sommige kristalvlakjes als goud met een groenachtige kleur schitteren. Allen zijn oplosbaar in water; het cyan-platin-barium lost het minst snel en in de kleinste hoeveelheid op; het cyan-platin-calcium staat met het barium genoegzaam gelijk; sneller en in grooter hoeveelheid heeft de oplossing van het cyan-platin-kalium plaats, terwijl het cyan-platin-magnesium in groote hoeveelheid en schier onmiddellijk zich oplost. Dat dit in gedistilleerd water moet geschieden, behoeft nauwelijks gezegd te worden. Al deze oplossingen zijn kleurloos. Opmerkelijk is de snelle kleursverdwijning van het donkerroode cyan-platin-magnesium; bij de onmiddellijk gevolgde oplossing blijft het water geheel kleurloos. Even merkwaardig is het kleurend vermogen van dit zout bij teruggekaatst licht. Ik had van elk der bovengenoemde stoffen slechts een weinig zeer kleine kristalletjes in bezit, niet meer dan voldoende waren om een kwart vierkanten centimeter te bedekken. Ik loste de helft van de hoeveelheid cyan-platin-magnesium in 5 gram water op, liet een druppel van deze oplossing in een nieuwe hoeveelheid water van 5 gram vallen; een deel daarvan werd op een rein stuk glas uitgegoten, het glas daarna verticaal gehouden, zoodat het slechts zwak bevochtigd bleef; na het droogen was bij doorvallend licht het glas genoegzaam ongekleurd; bij teruggekaatst licht bleek het met eene zuiver groene laag bedekt te zijn. Dit is wel een buitengewoon kleurend vermogen; de kleur ontstaat hier natuurlijk uit eene andere oorzaak dan die, waarom dunne lagen, zooals een zeepvlies bijvoorbeeld, de kleuren van den regenboog of het spectrum doen zien: het is in ons geval zuiver teruggekaatst licht. Toen ik eerst de drooge zouten, en vervolgens ook de oplossingen daarvan, in de donkere kamer door het grijze licht liet beschijnen, of wel hen onmiddellijk in den violetten lichtbundel bracht, die door de bekende driedubbele glazen in de kamer drong, gaf niet een dier lichamen eenig spoor van fluorescentie, dat is, van de lichtwerking, die wij bij de chinine, aesculine, het uranium-glas, enz. hebben leeren kennen. Ook de zeer dun op glas verspreide lagen gaven er niets van te zien. In gevolge het voorschrift door sommige leerboeken gegeven, werden toen twee der verbazend kleine hoeveelheden, die ik van de zouten nog droog bezat, ieder voor zich, op glas zeer fijn gewreven, en gelijktijdig onder, met ether zeer verdunde,canadabalsem verdeeld en dit op papier gestreken; er was ook toen bijna bij geen der beiden kristallen eenige fluorescentie waarneembaar. Deze proef geschiedde met het platin-barium en met het platin-magnesium-zout. Daar ik deze nu niet kon laten verloren gaan, goot ik op het papier eene groote hoeveelheid ether, waardoor de gedroogde canadabalsem weder vloeibaar werd, en wiesch op die wijze mijne kristallen van het papier, reinigde ze nogmaals met ether, zoodat er weinig van was verloren gegaan. Ik doe dat verhaal alleen met het doel, om een begrip te geven van het zeer gering bedrag der stoffen, waarmede ik later zulke allergunstigste uitkomsten verkreeg. Er werd nu aangevangen met de oplossingen in water te werken , die inderdaad elk voor zich slechts enkele druppels bedroegen; ik verdunde die tot een graad, waarvan ik de grenzen zelfs niet kan schatten, en bereikte daarmede, na een tal van mislukkingen, uitnemend mijn doel. Ziehier, hoe men er mede te werk moet gaan.