Het is geen ongewoon verschijnsel, dat stengels de dienst van bladeren, indien deze ontbreken, verrichten; hiervan zijn de cactaceën en de bladerlooze wolfsmelk-soorten alom bekende voorbeelden. Dat echter ook wortels de functiën der bladeren kunnen overnemen, schijnt men tot nog toe niet opgemerkt te hebben, ofschoon planten, bij welke dit het geval is, sedert lang bekend zijn. Het zijn namelijk op boomen levende orchideën van de geslachten Aëranthus en Angrecum , dus aanverwanten van Angrecum sesquipedale , die beroemd is geworden door de verbazende lengte van zijn honigbevattenden spoor. De beschrijvers van deze bladeren- en stengellooze planten hadden wel reeds melding gemaakt van hare zeer talrijke, lange, en dikwijls herhaaldelijk ineengestrengelde wortels, en LINDLEY heeft daarom voor Aëranthus Lindenii het vermoeden geuit, dat deze van bladeren en stengel verstoken plant, die met sneeuwwitte bloemen van een voet lengte prijkt, een echte woekerplant zou zijn. Dit vermoeden gaat niet op voor eene soort met kleine bloemen, voorkomende aan de Itajahy; zjj tiert ook op droge takken welig, en heeft groene wortels, welke beide omstandigheden bewijzen, dat zij zich zelfstandig voedt, terwijl de groene kleur der wortels bovendien aanwijst, waar de plaatsvervangers der bladeren te vinden zijn. (Kosmos, Januari 1886.