Bij het bebouwen van den grond heeft men rekening te houden met drieërlei omstandigheden. 1°. uit een oogpunt van voeding met de eischen der plant, die men verbouwen wil; 2°. met den aard en de samenstelling van den bodem; 3°. met de wetten van assimilatie, die voor de plant gelden, ten opzichte van de stoffen, welke lucht en bodem tot hare beschikking stellen.