Tot aanvulling van een vorig stukje, over de vermeende bereiding van arsenicum uit phosphorus, stikstof en zuurstof (bladz. 15), is bet niet onbelangrijk, mede te deelen hoe NOELTING en FEUERSTEIN te Mühlhausen geslaagd zijn den phosphorus van zijn arsenikgehalte te ontdoen. Gelijk men zich herinneren zal, is arsenicum een constante verontreiniging van den phosphorus uit den handel.¹ Ook N. en F. slaagden niet in den aankoop van een arseenvrije waar. Wel bevonden zij, dat het hun geleverde phosphorpentoxyde, phosphorpentachloriede en calciumorthophosphaat vrij waren van genoemde verontreiniging. En nu zou het natuurlijk mogelijk geweest zijn uit laatstgenoemde, waarvan men ook in de phosphorfabrieken uitgaat, een arsenikvrij product te bereiden, mits men zich van zuiver zwavelzuur bediende, ’t geen voor de fabrikanten te duur is. Doch die bereiding is in het laboratorium lastig en daarom zochten zij naar een methode, om den fabrieks-phosphorus te zuiveren. Daartoe beproefden zij eerst den phosphorus in zwavelkoolstof op te lossen en daaruit met chloroform weer neer te slaan. Doch dit baatte niet: het arsenicum ging mede in oplossing en in neêrslag.