Er is wel geen gebied van menschelijke kennis en wetenschap dat meer algemeene belangstelling verdient en misschien ook werkelijk geniet, dan de natuurkunde. Ongevoelig voor het schoone der natuur en de tallooze genoegens en weldaden, die zij allen aanbiedt, zullen er wel weinigen of geenon gevonden worden, hoewel er velen zijn, die vele dier weldaden schier onbewust genieten, daar zij, bij het bestendig genot, er zoo aan gewoon zijn geworden, dat zij er niet aan toe komen over de oorzaak er van na te denken.