Onze plassen en lage venen worden meer en meer op groote schaal drooggemaakt. Weinigen zullen zich over die aanwinst van land beklagen en betreuren dat groote oppervlakten, nu slechts voor de visscherij en de nijverheid van het rietsnijden van waarde, in vruchtbare weiden en akkers herschapen worden. De vriend der ongekunstelde natuur ziet het echter met leedwezen aan, dat eene der plaatsen van zijne lievelingsstudie steeds kleiner wordt. Vele planten toch, aan plassen en moerassen eigen, verdwijnen met deze of worden zeldzamer. De dieren die zij huisvesten en die er zich mede voeden, deelen in hun lot, en sommige soorten zullen in de toekomst misschien niet meer als tot de inlaudsche behoorende kunnen gerekend worden. Het kan dus eenige belangstelling wekken, eene schets te geven van een der minst gewone tooneelen, die de nabijheid onzer watervlakten nog opleveren en die binnen eenige jaren waarschijnlijk niet meer zullen bestaan.