Nadat de dierlijke huid, gereinigd en voor het opnemen van looistof geschikt gemaakt is, wordt zij in leder omgezet, en wel door behandeling met een der volgende looimiddelen : 1. Plantaardige looistoffen (zg. looizuren); 2. Aluin en keukenzout; 3. Chromiumverbindingen; 4. Traan; 5. Olie, eidojer en meel; 6. Formaldehyde ; — of eindelijk combinaties van sommige dezer stoffen. De vraag rijst onwillekeurig hoe ’t mogelijk is, dat zoo verschillende stoffen in hoofdzaak dezelfde uitwerking hebben. Het antwoord op deze vraag valt echter nog weinig bevredigend uit, of liever, er bestaan slechts eenige vermoedens dienaangaande. Het is echter een feit, waarmede elke theorie der ledervorming heeft rekening te houden.