Aan het slot van het opstelletje over dit onderwerp, dat ik op bl. 95 e. v. van den vorigen jaargang in dit Album het licht deed zien, beloofde ik een klein vervolg daarop, waarin aanwijzing van een »eenvoudig middel om de verwarming van zulke kamerstoven door een gewoon petroleum- of gastoestel binnen ieders bereik te brengen”. Maar toen ik mij een paar maanden later neerzette om dit »middel” te beschrijven, scheen het mij zoo zéér »eenvoudig” en voor de hand liggend, dat ik vreesde den schijn op mij te laden van te groote ingenomenheid met wat men hoogstens een niet ongelukkigen inval zou kunnen noemen, indien ik nog eenige bladzijden van ons Album daaraan wijdde. Ik besloot dus voorshands nog te wachten. Een industrieel, meende ik, die zich met de vervaardiging van zulke stoven bezig houdt, zal allicht aan een hulpmiddel van gelijken aard deken en dit aanwenden. Of misschien is mijne vrees overdreven en zullen de »chemische stoven” zich baan breken, ook zonder dat. Zoover ik weet, is geen van beiden geschied. Althans van een ver- betering aan de chemische stoven heb ik niets vernomen en in mijne omgeving, dit woord in ruimen zin genomen, zie ik nog altijd vuurstoofjes in eere houden. In eere, die voor het minst hoofdpijn veroorzakende voortbrengers van het giftige kooloxydegas!