Onbekend maakt onbemind, is een spreekwoord, geachte lezers, waarvan de waarheid zoo dikwijls in het dagelijksch leven bevestigd wordt, dat ik geene voorbeelden zal behoeven bij te brengen om deze nog verder in het licht te stellen. Voornamelijk is dit ook van toepassing op eene klasse van dieren, waarop ik uwe aandacht meer bepaald wilde vestigen. Heeft het bestuderen van de natuurlijke historie in zijn geheelen omvang voor de mannen van wetenschap iets zóó aanlokkelijks, iets zóó zielverheffends, dat zij daaraan volgaarne hunne beste krachten besteden, ja, hun gansche leven toewijden; voor den leek, die van zijne gewone dagelijksche bezigheden vermoeid, zich eene aangename verpozing wil verschaffen, is slechts dat gedeelte aantrekkelijk, hetwelk hem in kennis brengt met dieren, waardoor hij omringd wordt, van wier nuttigheid en noodzakelijkheid hij steeds ondervinding heeft of wier pracht van kleuren en schoone gestalte hem eerbied inboezemt voor den magtigen Schepper van het heelal; van de andere gedeelten echter noemt hij genoegzaam geene kennis. Komt dit omdat het bestuderen daarvan hem eene minder aangename verpozing zou verschaffen, of dat het wezenlijk minder de moeite waard zou zijn daaraan zijnen tijd te besteden? Ik geloof het niet, de oorzaak er van ligt meer daarin, dat die zaken hem minder onder de oogen komen, dat de voorgangers in de wetenschap, welke de uitkomsten hunner onderzoekingen in zoogenaamde populaire geschriften ter nederleggen, juist dat gedeelte der natuurlijke historie meer stiefmoederlijk hebben behandeld en hij dus daarmede onbekend, het daarom van zelf minder moet achten.