Allerlei insekten waaronder bijen, wespen en mieren krijgen de laatste jaren iets meer aandacht, met als gevolg dat de vraag om Nederlandse namen voor deze dieren toeneemt. Hoewel het nut van wetenschappelijke namen door vrijwel niemand is twijfel getrokken zal worden, genieten Nederlandse namen is veel gevallen de voorkeur. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik tijdens excursies, in veldgidsen, artikelen, kranten, films, musea, etc. (zie ook van Duuren & Wolfskeel 1995). Al enige tijd had ik me voorgenomen een inventarisatie te maken van de Nederlandse namen van bijen, wespen en mieren of juister gezegd van de Hymenoptera Aculeata. Niet alleen om meer orde te brengen in mijn achterhoofd, maar tevens om de gebruikte namen eens naast elkaar te zien. Welnu, dit themanummer voor de 75-jarige Lefeber heeft me aangezet een begin te maken met de inventarisatie van de Nederlandse namen. Wat lag er immers meer voor de hand dan zijn artikelen eens door te lichten op het gebruik van Nederlandse namen. Lefeber maakt meermaals gebruik van Nederlandse namen en heeft er zelf ook diverse bedacht. Reden genoeg die eens op een rij te zetten en onder de loep te nemen. Maar voordat we tot de soortnamen afdalen eerst enkele opmerkingen over de hogere taxa.